Onverdoofd slachten mag verboden worden
In België mogen sinds 2019 in Vlaanderen en in Wallonië geen dieren meer geslacht worden zonder minstens een omkeerbare verdoving. Enkele gelovigen en vertegenwoordigende organisaties zijn daartegen in beroep gegaan. Zonder succes.
Naar aanleiding van de Vlaamse wetgeving, waartegen al beroep werd ingediend, hebben het Grondwettelijk Hof en het Hof van Justitie van de Europese Unie al uitspraak gedaan. De laatste beslissing dateert van 2021, en bevestigt dat het onverdoofd slachten verboden moet worden omwille van het dierenleed. Volgens deze rechters is het opleggen van omkeerbare verdoving geen schending van de Europese wetgeving.
Daarna zijn de betrokkenen opnieuw in beroep gegaan, deze keer bij het Europees Hof voor Rechten van de Mens (EHRM). Zij beslissen over de toepassing van het Europees Verdrag voor Rechten van de Mens, dat geen specifieke bepaling heeft over de bescherming van dieren.
Toch vindt ook het EHRM dat dierenbescherming een rol speelt bij het bepalen hoe ver de vrijheid van godsdienst mag gaan. Het moest een afweging maken tussen de rechten van moslims en joden om hun godsdienst te beleven en de nood om dierenleed te beperken.
Het heeft vooral onderzocht in hoeverre de Vlaamse en Waalse wetgevers hebben gezocht naar een evenwicht tussen de verschillende rechten en belangen.
Het Hof stelde vast dat er consultaties zijn geweest met vertegenwoordigers van de godsdiensten en een analyse over de impact van de maatregel. Er bestaat wetenschappelijk bewijs dat de omkeerbare verdoving een optimale manier is om dierenleed te vermijden.
Daarom concludeerde het dat er geen schending is van de vrijheid van godsdienst.
In Brussel is voorlopig nog geen verbod op onverdoofd slachten ingevoerd. Een voorstel van ordonnantie werd in 2022 ingetrokken.