Fout op de geboorteakte kan verregaande gevolgen hebben
Een jongeman ontdekte dat de vrouw vermeld op zijn geboorteakte niet zijn biologische moeder was. Hij wilde de vergissing rechtzetten, maar wist niet dat dat binnen het jaar moest gebeuren. De zaak kwam tot bij het Grondwettelijk Hof.
Wanneer het gaat over afstamming, zijn er verschillende belangen waarmee rekening moet worden gehouden. Langs de ene kant heeft een persoon recht op haar of zijn identiteit en is het vaststellen van de juiste afstamming belangrijk. Langs de andere kant speelt er de rechtszekerheid en rust binnen families.
Ingegeven door een evenwicht tussen deze belangen, bestaan er termijnen om de wettelijk vastgestelde afstamming te betwisten.
Het Grondwettelijk Hof heeft al vaker uitspraak moeten doen over deze termijnen. Eerder oordeelde het dat de termijn van één jaar om het vaderschap te betwisten na de ontdekking dat de persoon die het kind erkende niet de vader is, te kort is.
Ook in deze zaak kwam het tot dezelfde conclusie. De man had meer dan een jaar tijd nodig gehad om de vrouw op te sporen die op zijn geboorteakte vermeld stond, waardoor hij niet eerder naar de rechtbank was kunnen stappen. Dat zou niet mogen leiden tot de onmogelijkheid van verbetering.